Edith Stein.

22-10-2020

Deze blog hebben we, met toestemming van Els Kloek, geleend omdat we vinden dat Dr. Edith Stein aandacht verdient in het Museum van de Vrouw, bij de inwoners van de gemeente Echt Susteren en heel Nederland. Niet voor niets is ons cultuurhuis naar haar vernoemd. De Stichting Dr. Edith Stein is ook gevestigd in het pand aan de Plats.

In de verhalen over de Tweede Wereldoorlog horen we in Echt vaak de naam van kapelaan Goossens, van Tilke de pilotenmoeder en Toosje van Loon. Maar de bekendste persoon in combinatie met de Tweede Wereldoorlog is toch Edith Stein. Natuurlijk zijn er nog veel meer personen die aandacht verdienen. Een aantal daarvan komt aan het woord in onze tentoonstelling ‘Stille Kracht, de oorlog in de mens’. Daar vertellen met name de ‘gewone mensen’ hoe zij de oorlog beleefd hebben. Mooie verhalen, soms verdrietig, dan weer ontroerend, maar vooral beeldend. Door de interviews krijgen wij, die de oorlog niet meegemaakt hebben, hier toch een beeld bij en beseffen we dat we de Tweede Wereldoorlog niet moeten vergeten en, belangrijker nog, moeten blijven herdenken.

STEIN, Edith, kloosternaam Teresia Benedicta a Cruce (geboren in Breslau, Silezië (Duitsland) 12-10-1891 – gestorven in Auschwitz-Birkenau, Polen 9-8-1942), filosofe, karmelietes en martelares, in 1988 heilig verklaard. Dochter van Siegfried Stein (1844-1893), houthandelaar, en Augusta Courant (1849-1936), houthandelaarster. Edith Stein bleef ongehuwd.

Edith Stein werd geboren, als de jongste van elf kinderen, in een orthodox-joods gezin – vier kinderen zouden jong sterven. Haar vader overleed toen ze nog geen twee jaar oud was. Haar zakelijk getalenteerde moeder wist de houthandel van haar man met succes voort te zetten. Ze was zeer godsdienstig en voedde haar kinderen op volgens de joodse wetten.

Als tiener verloor Edith Stein haar geloof in God en begon ze zich te interesseren voor vrouwenrechten en gelijke onderwijskansen.

Wetenschap

Als tiener verloor Edith Stein haar geloof in God en begon ze zich te interesseren voor vrouwenrechten en gelijke onderwijskansen. Na in 1911 te zijn geslaagd voor haar eindexamen aan het gymnasium ging ze geschiedenis, Germaanse letterkunde, filosofie en psychologie studeren aan de universiteit van Breslau. Later rondde ze haar filosofiestudie in Göttingen af bij professor Edmund Husserl, de grondlegger van de fenomenologie. Toen deze in 1916 hoogleraar werd aan de universiteit van Freiburg, werd ze zijn assistente. In datzelfde jaar promoveerde ze bij hem summa cum laude op het proefschrift Zum Problem der Einfühlung. Ze begon college te geven en haar eerste publicaties verschenen. Vergeefs probeerde ze verschillende keren haar Habilitation te behalen, een extra promotie die in Duitsland nodig is om hoogleraar te kunnen worden. Dat ze een vrouw was en ook nog Joods, bleken onoverkomelijke obstakels.

Edith Stein was gefascineerd door de zoektocht naar de zin van het leven en naar de waarheid. Toen een van haar studievrienden in 1917 sneuvelde, werd ze geraakt door de kracht die zijn weduwe ervoer vanuit haar – rooms-katholieke – geloof. Het waren uiteindelijk de geschriften van de heilige Theresia van Avila die haar deden besluiten zich tot het christendom te bekeren. Deze Theresia was ook Joodse van geboorte en was in de zestiende eeuw toegetreden tot de kloosterorde van de karmelieten. In haar strijd tegen de toenmalige misbruiken binnen de orde had ze in 1568 het eerste klooster van de ongeschoeide karmelieten opgericht. Centraal in deze kloosterorde staan soberheid, zwijgzaamheid, afzondering en gebed.

Geloof

Op 1 januari 1922 liet Edith Stein zich rooms-katholiek dopen. Van 1922 tot 1931 was ze lerares wetenschappelijke opvoedkunde en Duits aan het St.-Magdalena Instituut van de zusters dominicanessen in Spiers. Hier voltooide ze in 1931 haar Habilitationsschrift Potenz und Akt, maar het werd opnieuw afgewezen. Een jaar later begon ze als docent aan het Instituut voor Pedagogiek in Münster. Ze bestudeerde er de geschriften van Thomas van Aquino en hield voordrachten over vrouwenvraagstukken en het meisjesonderwijs. Vanwege haar Joodse afkomst moest ze haar baan al na een jaar neerleggen, gedwongen door het nationaalsocialistische regime dat in Duitsland aan de macht was gekomen. In een brief aan paus Pius XI vroeg ze hem het nationaalsocialisme te veroordelen – iets wat de paus pas in 1937 zou doen.

Nu Edith Stein niet meer kon lesgeven, kwam er ruimte voor een langgekoesterde wens: in 1933 trad ze in bij de ongeschoeide karmelietessen in Keulen. Op 15 april 1934 kreeg ze haar kloosternaam Teresia Benedicta a Cruce (: gezegend door het kruis), en vier jaar later legde ze haar eeuwige geloften af. In het klooster kreeg ze alle ruimte voor haar schrijven. Edith Stein voltooide er haar Endliches und ewiges Sein, een studie waarin ze probeert tot een synthese te komen van de ideeën van Thomas van Aquino en die van Edmund Husserl. Eind 1938 moest ze Duitsland verlaten, op de vlucht voor de Jodenvervolgingen. Een bevriende arts bracht haar over de grens naar de Karmel van Echt. Ook haar zus Rosa, die na de dood van hun moeder in 1936 eveneens katholiek was geworden, trok daar in – ze werd portierster.

In Echt werkte Edith Stein aan haar laatste studie, Kreuzeswissenschaft. Studie über Johannes a Cruce (: ‘De wetenschap van het kruis. Studie over Johannes van het Kruis’). Daarin zet ze uiteen hoe zijn lijdensweg de gelovige uiteindelijk dichter bij God brengt. Het boek zou onvoltooid blijven. Na een herderlijk schrijven van 20 juli 1942, waarmee de gezamenlijke bisschoppen van Nederland de deportatie van Joden aanklaagden, liet de bezetter meer dan tweehonderd tot het katholicisme bekeerde Joden oppakken, onder wie Edith en Rosa. Op 2 augustus werden ze door de Gestapo naar Auschwitz gedeporteerd. Een week later kwamen zij om in de gaskamer. Overlevenden getuigden later dat zuster Teresia Benedicta andere gevangenen met grote compassie had bijgestaan.

Bij de Sint-Landricuskerk nabij het museum is een oorlogsmonument ter nagedachtenis van Joden uit Echt en Edith Stein.

Reputatie

Op 1 mei 1987 werd Edith Stein als ‘Dochter van Israël en trouwe dochter van de Kerk’ door paus Johannes Paulus II zalig en een jaar later heilig verklaard. Haar kerkelijke feestdag is 9 augustus. Vanwege haar Joodse afkomst geldt ze als bruggenbouwer tussen christenen en Joden. In Nederland, Duitsland en België zijn verschillende onderwijsinstellingen naar haar vernoemd. Sinds 1995 wordt eens in de twee jaar de Edith-Stein-Prijs uitgereikt aan een persoon, groepering of instituut die zich in de geest van Steins denken en handelen heeft ingezet voor maatschappelijke, politieke en sociale doeleinden.

De H. Landricuskerk in Echt is verheven tot bedevaartkerk ter ere van de heilige Edith Stein en er liggen Stolpersteine ter nagedachtenis aan haar en haar zus Rosa. Die liggen ook in Keulen, waar eveneens het Edith Stein-monument staat. In het Wonderkabinet, bij het Museum van de Vrouw, is een vitrinekast aan Edith Stein gewijd.

© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU).

Bronvermelding: Emma Los, Stein, Edith, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. [11/07/2016]