Museumschatten
Hoorn van stro
Strovlechten is een internationale volkskunst. In grote delen van Europa, Azië en Amerika gebruikt men stro om mee te vlechten. Strovlechten heeft een lange traditie, die teruggaat op gebruiken die te maken hebben met de graanoogst en met name het snijden van de laatste aren op het land. Tegenwoordig gebruiken volkskunstenaars in Nederland stro om kunst te maken, zowel traditioneel als modern.
Opvallend is dat strovlechten bijna uitsluitend door vrouwen wordt beoefenend. Henny Adamczyk, een bekend strovlechtster en de maakster van deze hoorn, vindt dat niet zo vreemd. Het zijn immers hoofdzakelijk vrouwen die creativiteitscursussen volgen. Oorspronkelijk was strovlechten echter een mannenzaak. De oogstsymbolen werden door de oudste man op het land gemaakt.
De Hoorn des Overvloeds is een voorwerp dat doordrenkt is van symboliek. De Cornucopia, zoals het in het Latijn heet (afgeleid van cornu voor “hoorn” en copia voor “voorraad”), staat bekend als een legendarisch symbool van overvloed. Dit bijzondere voorwerp vindt zijn oorsprong in de Griekse mythologie.
Volgens de overlevering was de Cornucopia de hoorn van de geit Amalthea, die de jonge Zeus voedde op het eiland Kreta. Uit dankbaarheid plaatste Zeus Amalthea aan de hemel als sterrenbeeld. Haar hoorn schonk degene die hem in bezit had alles wat men wenste.
In de Romeinse mythologie werd de Hoorn des Overvloeds geassocieerd met Fortuna, de godin van het geluk en voorspoed. Ook de godinnen Spes (hoop) en Concordia (eendracht) werden afgebeeld met de Cornucopia. Het symbool van de Hoorn des Overvloeds komt daarnaast veelvuldig voor in de heraldiek en werd in de volkscultuur vaak gebruikt als dankoffer voor een goede oogst.
Details
Nummer 16338
Hoorn van gevlochten stro met veldboeket en korenaren.
Afmeting: 45 x 20 x 15 cm
Gemaakt door Henny Adamczyk-Schillings.
Circa jaren 80.