Nog een kindje, dat tijdens de evacuatie in Friesland overleed.

01-07-2021

Ruim 76 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog verschijnen er nog bijna dagelijks onbekende verhalen over gebeurtenissen in de bezettingsjaren. Ze worden nu vooral verteld door kinderen of kleinkinderen van direct-betrokkenen, die ze van hun ouders of grootouders gehoord hebben.

Op 4 mei publiceerden wij een blog over 18 Limburgse kindjes die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Friesland overleden en anoniem begraven werden op de R.K. Begraafplaats in Heerenveen. In 2012, 67 jaar na de oorlog, werd er een monument bij hun graf geplaatst.

Nic Manders las de publicatie en mailde ons het trieste verhaal van zijn schoonfamilie en het eveneens tijdens de evacuatie in Friesland overleden zusje van zijn vrouw.

Zijn verhaal willen wij graag met u delen.

Gertruda Maria Theresia Rademakers stierf op 8 april 1945 te Leeuwarden. Ze werd geboren op 6 december 1943 en was slechts 15 maanden oud.

In de laatste maanden van de oorlog moesten de inwoners van Echt evacueren. Het overgrote deel van de inwoners vertrok naar Hingen, Montfort en Sint Odiliënberg, maar mijn schoonmoeder ging met haar kinderen en moeder (Oma) naar Herten.

In Herten was mijn schoonvader Frits Rademakers ondergedoken. Hij werd door de Duitsers gezocht. Hij was gijzelaar geweest en werd nog van allerlei anti-Duitse dingen beticht. Hiervoor had hij ook enige tijd gevangen gezeten in kamp Vught. Toen hij vrijkwam, moest hij zich melden, maar dat deed hij niet. Hij dook onder en kwam via via in Herten terecht.

In januari 1945 moesten ook de inwoners van Herten en Roermond op last van de Duitsers hun woonplaats verlaten en werden ze op de trein naar Friesland gezet.

Het was een verschrikkelijke reis. De trein werd beschoten en er vielen doden en gewonden.

Mijn schoonmoeder kwam met haar “schoonmoeder” (Maria Gertrudis Kuypers, geboren 30-10-1871 en overleden 8-04-1945 te Leeuwarden) en haar zes kinderen (waaronder een baby van 15 maanden) terecht in de buurt van Leeuwarden. Daar werden ze op verschillende adressen ondergebracht. De baby en ook de oma overleden aan ondervoeding. Ze werden in eerste instantie begraven in Friesland.

“Ik wil u laten weten dat het geen 18 maar 19 kindjes zijn (en misschien wel meer) die in Friesland aan ondervoeding of een andere ziekte zijn overleden.”

Direct na de oorlog, in 1945 heeft mijn schoonvader met eigen vrachtauto de stoffelijke overschotten naar Echt gebracht. Ze zijn herbegraven op het kerkhof van de H. Landricus te Echt.

Het is jammer dat hierover nooit iets is bericht en ook op de gedenkstenen (bij het gemeentehuis) staan hun namen niet vermeld.

Ik wil u laten weten dat het geen 18 maar 19 kindjes zijn (en misschien wel meer) die in Friesland aan ondervoeding of een andere ziekte zijn overleden.