Museumschatten

Koetslampen

Een koets is een voertuig met twee of vier wielen, dat getrokken wordt door één of meer paarden en is bedoeld voor het vervoer van personen. Het heeft daartoe een zitgedeelte dat officieel de kast wordt genoemd. Behalve post en bagage werd er nauwelijks vracht vervoerd met koetsen. Koetsen of rijtuigen kunnen open zijn, een hele of halve opklapbare overkapping hebben of een vaste houten ombouw, zodat passagiers indien nodig beschermd zijn tegen weer en wind en anders juist van de zon kunnen genieten. Hij is voorzien van vering, want hij is er op gebouwd om reizigers zo comfortabel mogelijk te laten reizen. Ook is er een draaibaar voorste gedeelte, waardoor hij wendbaar is. De koets werd voorzien van lampen, zodat deze ook zichtbaar was tijdens de donkere uren. Deze lampen brandden in het begin op kaarsen, later kwamen er lampen op gas en olie.

De koets was een luxe voertuig, dat voor het merendeel van de mensen onbetaalbaar was. Het woord koets is afgeleid van de plaatsnaam Kocs, een dorp in Hongarije, waar het Duitse keizerlijk wagenpark zich bevond. Voor het ontstaan van de koets werden hooggeplaatste personen vaak vervoerd in een draagstoel. Aan het eind van de 19e eeuw kreeg de koets een motor en groeide uit tot onze huidige auto.

Details

Nummer 52250
Koetslamp van koper met kaars, afkomstig van koets Willocq Bottin Bruxelles. Geschonken door Christ A. Hingen in 1958 voor de gemeentecollectie.
Afmeting: 35x18cm
Circa 1850